Bij een casus over een conflict omtrent een geparkeerde auto kwamen als mogelijke vragen naar voren:
1. Wat is geweld?
2. Hoe ga jij om met geweld?
3. Waarom heeft de man geen geduld?
4. Mag je je met geweld verdedigen?
5. Wat is recht? Wat is rechtvaardigheid?
6. Wat is geweldshantering?
7. Is het slim om je te verdedigen met geweld?
8. Wanneer is geweld gerechtvaardigd?
Een goede uitgangsvraag is:
a. algemeen, niet zuiver individueel;
b. fundamenteel;
c. relevant, motiverend, van belang;
d. niet-empirisch: te beantwoorden door louter nadenken;
e. eenvoudig geformuleerd;
f. te voorzien van concrete voorbeelden.
Aan de hand van deze en andere criteria werden de vragen op geschiktheid beoordeeld:
3 viel af, te individueel, 2 ook te individueel deze kan echter worden geherformuleerd. 7 viel af vanwege “slim”, er zit een verborgen waardeoordeel in. 1,5, en 6 vielen af, deze waren te breed.
Bleven over 4 en 8: Mag je je met geweld verdedigen? en Wanneer is geweld gerechtvaardigd? Deze werden als relevant en fundamenteel beoordeeld en geschikt als uitgangsvraag.