(On)gelijkheid

Het gesprek over (on)gelijkheid was een mooie zoektocht. Eerst werden pogingen gedaan om een uitgangsvraag te formuleren: Wat maakt het dat je last hebt van verschillen? Is ongelijkheid een taboe? Wat maakt dat je angst hebt voor verschillen? Waarom moet je integreren?

Daarna werd onderzocht wat we eigenlijk verstaan onder (on)gelijkheid? Bij “gelijkheid” werd genoemd: ons menswaardig bestaan, onze rechten en plichten. Bij “ongelijk”: we zijn ongelijk geboren, economisch ongelijk, we ervaren verschil in waardering, we zijn subjectief.

Vervolgens kwamen allerlei vragen en beweringen naar boven:
Ongelijkheid is leuk in de privésfeer. Ongelijke behandeling in het publieke domein is niet leuk. Klopt dit laatste wel? Gezien de verschillen tussen mensen lijkt gelijke behandeling in het publieke domein niet leuk. Gaat het niet veeleer om rechtvaardigheid? De vrees voor racisme heeft veel meer met een gevoel van onrechtvaardigheid te maken. Integreren hoeft niet, leren van anderen daar gaat het om. Streef je ook niet naar ongelijkheid, wil je niet het unieke van jezelf kunnen behouden, vasthouden aan je dromen?

Uiteindelijk was er consensus over de waardering van ongelijkheid: Gelijke kansen voor ongelijkheid.