Introductie Moreel Beraad, de dilemmamethode

De dilemmamethode is een gespreksmethode voor moreel beraad die focust op een situatie waarin iemand voor een concrete keuze staat tussen handeling A en B – een dilemma – en zich afvraagt wat moreel het beste is om te doen. Bijvoorbeeld: ‘Moet ik eerst bewoner A of bewoner B helpen?’ Of: ‘Behoor ik het gedrag van mijn collega te melden of behoor ik te zwijgen over wat ik zag?’ Kenmerkend is dat beide handelingen gemotiveerd kunnen worden met een bepaalde waarde en/of norm, maar dat ze niet tegelijkertijd uitgevoerd kunnen worden.
In een dilemma is kiezen dus noodzakelijk. De keuze die gemaakt wordt, gaat
onvermijdelijk ten koste van het alternatief dat niet gekozen wordt: er is altijd morele schade. Het ervaren van een dilemma noopt tot reflectie op achterliggende waarden en normen en het besef dat men in de uiteindelijke keuze onrecht doet aan de waarden en normen die niet worden gerealiseerd.
De dilemmamethode beoogt de deelnemers aan het moreel beraad via verschillende stappen te stimuleren tot reflectie op waarden en normen die voor hen in de concrete casus belangrijk zijn. Het is daarbij cruciaal om met een onderzoekende en vragende houding een gezamenlijke dialoog op gang te brengen. Door het gezamenlijke onderzoek naar hoe de uitgangsvraag in de concrete casus wordt beantwoord, en op grond waarvan, kunnen de deelnemers aan het moreel beraad leren van zowel hun eigen als elkaars visie en overwegingen. Doorgaans levert dit nieuwe, gedeelde morele inzichten op.

Voorbereiding Moreel beraad
Als voorbereiding op het moreel beraad: schrijf in enkele zinnen een eigen korte casus op met daarin jouw moreel dilemma. De casus kan retrospectief zijn, het betreft een situatie die in het verleden speelde: je hebt een keuze gemaakt, of prospectief, de situatie speelt nu: je moet de keuze nog maken.
Criteria voor een goede casus zijn:
• Echt gebeurd
• Afgebakend in de tijd (een begin en een einde)
• Casusinbrenger moet een rol gespeeld hebben (spelen) in de casus
• Casusinbrenger moet zelf een oordeel of een specifieke concrete twijfel hebben
• Kort en concreet
• Ertoe doen, pakkend, belangrijk genoeg
• Niet te emotioneel beladen (dat is, als de emoties het vrije onderzoek in de weg zitten, individueel of in de groep)

Het moreel dilemma, de uitgangsvraag, beschrijf je in concreet gedrag, in de ik-vorm: Moet/mag ik A of B doen?