Geboren: 341 v. Chr. Samos, Griekenland Gestorven: 271 v. Chr. Athene, Griekenland
“Als wij er zijn, is de dood niet, en als de dood er is, zijn wij niet.”
“De wortel van al het goede is genot.”
Epicurus is filosoof en grondlegger van het epicurisme, de school die naast de Akademie van Plato, het Lyceum van Aristoteles en de Stoa, geldt als een van de vier hoofdrichtingen in de filosofie van de late Oudheid.
Epicurus is waarschijnlijk geboren op het Griekse eiland Samos, een Atheense nederzetting waar zijn ouders naar toe waren getrokken. Rond 323 v.Chr. ging hij naar Athene om daar als “efebe”, een jonge burger in militaire training, zijn dienstplicht te vervullen. Daarna is hij onder andere in de Ionische stad Teos geweest, alwaar hij sterk beïnvloed werd door de filosoof Nausiphanes, die hem inwijdde in de leer van de atomist Democritus.
In 311 v.Chr. vestigde hij zich te Mytilene, waar hij zijn eerste leerlingen om zich heen verzamelde.
Rond 307/6 v.Chr. keerde hij terug naar Athene, en zette daar zijn school voort, die de naam “tuin” (Gr. kèpos) kreeg, vernoemd naar de grote tuin die hij bezat en waar hij met zijn vrienden en leerlingen verbleef. Hij stichtte deze school in bewuste oppositie, zo mag men aannemen, met het Lykeion van de Peripatetici en de Akademie van de Platonisten. Tot aan zijn dood stond hij aan het hoofd van deze school. Epicurus is nooit getrouwd en heeft voor zover bekend geen nageslacht. Hij leed aan pijnlijke nierstenen, in 271 v.Chr. is hij op 72-jarige leeftijd overleden.
Al tijdens zijn leven is zijn leer snel verspreid en ontstonden elders groepen aanhangers, onder andere in Ionië en Egypte. Ook in Rome bevonden zich later aanhangers van zijn leer en persoon. Kenmerk van dat laatste is dat elk jaar zijn verjaardag werd gevierd.
Waar het om gaat in de filosofie is het persoonlijk geluk, volgens Epicurus het hoogste goed in het menselijk leven. Centraal hierbij staat het vermijden van pijn en verdriet. Als de filosofie ons niet van onze angsten zou bevrijden, met name van onze angst voor de goden en voor de dood, dan zou er geen reden zijn om haar serieus te nemen. Dit betekent, dat de rest van Epicurus’ filosofie in dienst staat van deze ethiek. Een logica of politieke filosofie heeft hij niet ontwikkeld.
Lichamelijk genot
Nastrevenswaardig is genot, in die zin dat het Epicurus om de lange termijn gaat. Zo is het onverstandig om veel te eten, wat direct genot oplevert, als dit leidt tot maagpijn. Genieten dus met mate. Daarnaast is bekend dat Epicurus zelf tevreden was met brood en water, met andere woorden een uiterst sober leven leidde. Hij schreef eens “Zend mij wat kaas, opdat ik, als ik dat wil, een feestmaal kan houden”.
Het is volgens Epicurus een door de natuur gegeven feit, dat zowel dier als mens het vermijden van pijn en het verkrijgen van genot nastreeft. Dit betreft puur het lichamelijke aspect. Hierbij geldt evenwel dat het verkrijgen van genot alleen bestaat uit het voldoen aan “natuurlijke” behoeften. Voor wat betreft behoeften onderscheidt Epicurus drie soorten: de natuurlijke en noodzakelijke (bijvoorbeeld eten en drinken), de natuurlijke maar niet-noodzakelijke (bijvoorbeeld iets lekkers eten), en de niet-natuurlijke, niet-noodzakelijke verlangens (bijvoorbeeld streven naar bekendheid, rijkdom etc.). Het “genot” waar het Epicurus om gaat is een bevrediging van de natuurlijke behoeften. Zijn deze bevredigd, dan is er geen reden verder genot na te streven. Bedoeld is dus zeker niet het kweken van nieuwe verlangens, om die dan vervolgens proberen te vervullen, want dat schept alleen maar geestelijke onrust.
Ataraxia, geestelijk “genot”.
De ataraxia (onverstoorbaarheid) wordt als zodanig niet als primair doel geformuleerd, maar het verkrijgen hiervan is wel nastrevenswaard. Ataraxia is een toestand van gemoedsrust en een blijvend gevoel van welbehagen, een geestelijk “genot” dus. Maar ataraxia is een resultaat, een toestand, daar waar het fysieke genot met een activiteit te maken heeft, die van de behoeftebevrediging.
Afwezigheid van vrees voor de dood of voor de goden, is een van de “ingrediënten” die Epicurus’ fysica aandraagt, en die daarmee bijdraagt aan de ataraxia. “De dood gaat ons niets aan”, is een uitspraak van Epicurus, om aan te geven dat het leven belangrijk is om te leven.
Het beste leven volgens Epicurus is een teruggetrokken leven te midden van vrienden. De vriendschap speelt een grote rol: de epicuristische school stond bekend als besloten. Elke persoon die zich aansloot bij het epicurisme kon rekenen op de steun en het vertrouwen van de andere epicuristen. Epicurus’ motto Leef in het verborgene duidt erop dat hij afraadt om publieke functies te bekleden, of anderszins te veel in de schijnwerpers te treden.
Als er fysieke pijn is, kan die niet ontkend worden. Maar we kunnen wel een tegenwicht oproepen, door te denken aan aangename dingen die we meegemaakt hebben. Dus een geestelijk plezier als tegenhanger voor fysiek ongemak.
Waarneming / Kennisleer
De waarneming is volgens Epicurus de enige bron van kennis. Er bestaat niet zoiets als aangeboren ideeën, er is geen niet-zinnelijke wereld waar mensen op een bepaalde manier kennis van zouden hebben.
De waarneming verklaart Epicurus door te zeggen dat voorwerpen voortdurend beelden afscheiden die de zintuigen bereiken. Sommige van deze beelden dringen door tot in de ziel, bijvoorbeeld beelden van de Goden in dromen. Er is geen van de waarneming onafhankelijke instantie die de waarheid van onze zintuiglijke indrukken kan beoordelen. Alleen verdere waarneming kan een eerdere waarneming corrigeren.
Atomisme
Volgens Epicurus betekent het atomisme dat alles mechanistisch verklaard kan worden; er is geen bedoeling achter ons universum (noch achter de talloze andere die steeds ontstaan en vergaan), alles is een toevallig samenstel van atomen. Ook het bestaande universum zal weer uit elkaar vallen.
Volgens Epicurus is de dood niets anders dan een uiteengaan van de atomen waaruit het lichaam en de ziel bestaan; alles houdt op, en er is geen leven na de dood. De grootste bronnen van vrees worden zodoende weggenomen.
Een verschil met het atomisme van Democritus is dat volgens Epicurus de atomen allemaal in één richting bewegen, daar waar ze volgens Democritus in allerlei richtingen dwarrelden, botsten en samenklonterden en zo alle voorwerpen en het hele universum tot stand brachten. Epicurus stelt het zo voor: de atomen bewegen weliswaar in een richting, maar er vindt af en toe een niet te verklaren afwijking plaats, waarbij atomen uit hun baan raken, en daardoor botsingen en dergelijke veroorzaken.
Uitspraken
“Alle verlangens die niet tot pijn leiden indien ze onvervuld blijven, zijn niet-noodzakelijk”.
“Van al hetgeen de wijsheid verschaft met het oog op levenslang durend geluk, is het bezit van vriendschap verreweg het belangrijkst”.
“Bederf niet hetgeen je hebt door te verlangen naar wat je niet hebt; herinner je, dat wat je nu hebt ooit iets was waar je naar verlangde”.